Biografie:
Als jong kind voelde ik me al aangetrokken tot kleuren, vormen, licht en materialen zoals textiel, papier, hout, zand en steen. Ik heb altijd al de neiging gehad alles wat ik tegenkwam te onderzoeken, te voelen, te ruiken, te bestuderen. Vol bewondering keek ik naar mijn oom als hij aan het werk was in zijn atelier en mij dingen liet zien in afwachting van het moment waarop ik ook mocht werken met kleurpotloden en vooral verf. De kleuren van de olieverf, hun geur, de kwasten ,de doeken alles fascineerde me van jongs af aan. Steeds dacht ik: “Oh, wanneer kan ik dat doen……” Ik begon met onderwerpen na te tekenen met potlood, maakte vlakken helemaal zwart, liet gedeeltes wit en ontdekte de contrasten, speelde met het licht, de lichtval. Toen ik eindelijk kleurpotloden kreeg oefende ik met bloemen, bomen, personen ,landschappen; steeds ontdekte ik iets nieuws en probeerde ik te tekenen vanuit een ander standpunt een andere lichtval of invalshoek .Binnen de familie werden mijn creaties wel opgemerkt, maar mijn wens om te studeren aan de Kunstacademie stuitte op weerstand. Uiteindelijk koos ik voor geologie – gefascineerd als ik was door stenen en fossielen die ik vond wanneer ik bij mijn oma in de bergen logeerde. Ik was nieuwsgierig naar hun oorsprong en op die manier hoopte ik toch nog naar de maan te kunnen om daar stenen onderzoek te doen want mijn tweede grote wens was : astronaut worden.
Mijn derde keus heeft me eigenlijk toch dichter gebracht bij mijn hartenwens, immers door het bestuderen van de stenen, hun structuur, hun vormen, de weerkaatsing van het licht, hun ontstaan, hun oorsprong uit de kosmos, de aarde. Het samenspel van de elementen vuur, water, aarde en lucht vergrootte bij mij het respect, de bewondering, de liefde die ik voelde voor de aarde en kwam ik toch uit op de Kunst. Het geeft mij een enorme energie, maar doet mij tegelijkertijd ook leegstromen. Het vervult mij met blijdschap maar ook met verdriet, ik voel mij er een mee. De aarde als Moeder-symbool is voor mij geen abstractie – integendeel het is voor mij waarheid- als jong meisje heb ik door ziekte mijn moeder verloren en via de aarde voel ik het contact met haar. Immers haar lichaam is opgenomen door de aarde en verworden tot aarde. Doordat ik in verband met mijn studie steeds in aanraking kwam met dit element, het heb kunnen onderzoeken en kunnen ervaren en heb ik kunnen overleven. De tendens om zorgvuldig en met eerbied en respect met de natuur om te gaan spreekt mijn daarom ook erg aan. De verspilling, de onverschilligheid, de uitputting, de aanslagen die men doet op het milieu raken mij letterlijk en voel ik bijna lijfelijk. Wanneer ik een nieuw werk maak is het voor mij elke keer weer een nieuw avontuur, een nieuwe spanning- het prepareren van het doek, gaat altijd gepaard met verschillende emoties, roept herinneringen op. Het voelt als een ontmoeting met een geliefd persoon na een lange tijd van afwezigheid- een verlangen, een hunkering, verwachtingsvol zoeken naar herkenning en acceptatie. Het eerste contact met het doek is als het begin van een dans, aarzelend en langzaam meeslepend, weggevoerd uit de realiteit met aan het eind een resultaat dat mij telkens weer verbaasd en ontroert.
Van te voren weet ik nooit wat de uitkomst is van mijn werk. Kenmerkend is wel dat er twee thema’s steeds naar voren komen in de vorm van een vrouwelijke figuur of dat van een hert- een afbeelding zoals men die aantreft in vroege
pre-historische wand/grotschilderingen. Het hert is voor mij het symbool voor geborgenheid, ik herinner mij dat er thuis in de woonkamer een schilderij hing
met herten – mijn moeder leefde toen nog en dat was voor mij een gouden tijd.
Ik voelde me toen beschermd, veilig en onvoorwaardelijk geliefd en verlangend naar wat de toekomst brengt. De vrouwelijke figuur symboliseert kracht, schoonheid, kwetsbaarheid, moederschap, oorsprong, aarde, liefde, warmte, energie, rust, vrede. Hoewel ik begonnen ben met het natekenen van figuren en voorbeelden uit de natuur, met later personen en landschappen om mij te vormen en als voorbeeld natuurlijk de grote schilders uit de 17 de eeuw zoals Cesare.
Ik bestudeerde hun stijl en probeerde deze op mijn eigen manier uit, met name het kubisme sprak mij erg aan. In mijn werken van de laatste tijd probeer ik de balans te vinden tussen grof en fijn, hard en zacht, licht en donker. Soms ontstaan daarbij concrete vormen maar meestal is het abstract. Eerst werkte ik met hele donkere kleuren , gevolgd door een periode met hele lichte bijna transparante kleuren maar nu neig ik naar de primaire kleuren die overvloeien.
Na mijn 20e experimenteer ik meer met allerlei natuurlijke materialen zoals zand , steen, mineralen, hout, papier en textiel. Olieverf is voor mij het meest geëigende medium vanwege de structuur – het leent zich het best om de contrasten die ik wil aangeven tot uitdrukking te brengen. Het maakt mij mogelijk om het spanningsveld tussen de materialen uit te drukken. Afhankelijk van wat ik wil uitbeelden werk ik op elke afmeting. Mijn voorkeur gaat uit naar die afmeting waarin ik de energie-beweging de ruimte kan geven als in een dans met het materiaal en het doek.